Soldaten aan het IJzerfront in 1917 trekken zuidwaarts langs de kust naar een nieuwe militaire opdracht. Na de slag aan de IJZER in 1914, waarbij haast de helft van het Belgisch leger sneuvelde bij mislukte tegenaanvallen om de Duitsers te stoppen, kwamen ze terecht op de linkeroever van de IJzer, uitgeput, moedeloos, verlaten en angstig. Meer dan 100.000 jonge mannen beseften niet dat ze ongeveer 4 jaar zouden opgesloten zitten aan de rand van overstroomde polders, waterzieke gronden, met de opdracht loopgraven te spitten waarbij ze op amper 50 cm op grondwaterniveau stootten. Historica Sofie De Schaepdrijver beschrijft in haar boek over dit stuk geschiedenis de taferelen, gebaseerd op getuigenissen van vriend en vijand, het ploeteren in slijk, het verwerken van de stank verwekt door dode lichamen vlottend in het water (het was onmogelijk hen "aan boord" te eisen want de vijand vuurde op elk bewegend object, was het een helm of een lichaam dat over de rand gesleurd werd). In Diksmuide was de afstand tussen de loopgraven van vijand en vriend ongeveer 30 meter. Jaren hebben "waarnemers" op wacht van hieruit de vijand beloert, geluisterd naar de bevelen aan de overzijde, hopend dat de Duitse scherpschutter niet zou ontdekken welke bewakingspost vandaag bemand was. Het front aan de IJZER heeft niet meer bewogen. Koning Albert I heeft geweigerd front te vormen met de Franse generaal Joffre die "l'armée des Petits Belges" aan de slag wou als wapenbroeders van de Fransen. In 1918 heeft de Koning het Belgisch leger aangevoerd tot op de dag van de wapenstilstand. "On est en guerre" zegt de Franse Macron. De vijand is niet voor het blote oog zichtbaar, maar zijn troepen zijn agressief aanwezig over de hele wereld en velt dagelijks duizend mensen. We zitten in onze loopgraven in ons eigen huis en thuis. De besmetting loert overal: onze wapens zijn "afstand houden, handen wassen, mondmaskers, en op kot blijven". Na de quarantaine worden we aangemaand om de strijd in het dagelijks leven aan te gaan: niet zonder angst wagen we ons naar de supermarkt om gedistancieerd op 1,5 meter aan te schuiven naar de ingang, om dan een "ontsmette" winkelkar naar onze gezochte producten te loodsen, met mondmasker, handschoenen en, thuisgekomen is opdracht 1: handen wassen en afstand houden van eigen volk.. De soldaten aan de IJzer hebben het 4 jaar moeten volhouden, wij zullen het op zijn minst een jaar moeten volhouden tot het "wondermiddel" op de markt zal komen, de bazooka om de vijand te killen. Maar intussen... We leven in een compleet veranderde maatschappij. Zo goed als niemand op de bus of trein, zo goed als geen vliegtuigen, geen toeristen, gesloten grenzen en minieme initiatieven om de economie op gang te trekken. GA VERDER